In een gezellig samenzijn in (helaas) zeer kleine kring heeft het bestuur van het ‘Aanloophuis’ op 3 oktober 2020 afscheid genomen van onze coördinator Titia de Boer.
Titia heeft zich met hart en ziel ingezet voor het Aanloophuis en was vaak het gezicht naar buiten toe. Het Aanloophuis is Titia daar zeer dankbaar voor! Na ruim 10 jaar bij het ‘Aanloophuis’ te hebben gewerkt begint Titia aan een nieuwe baan. Als bestuur en vrijwilligers wensen haar veel succes en voldoening in haar nieuwe werk.
Een boek vol herinneringen van vrijwilligers en gasten
Titia geeft hieronder in haar eigen woorden weer, hoe zij het werk in het Aanloophuis heeft ervaren.

Dank voor alles
September 2020: mijn laatste maand als coördinator in het Aanloophuis. Een plek waar ik met zo ontzettend veel plezier ben! In verschillende kleine settingen heb ik dag kunnen zeggen tegen een aantal mensen (i.v.m. de corona-maatregelen).
Daarnaast wil ik hier iedereen bedanken voor alle vertrouwen, ontmoetingen, aandacht, hulp, samenwerking, koffie gezelligheid en gesprekken! Ik vond het geweldig dat ik 10 jaar lang met zoveel van jullie een stukje op mocht ’lopen’ in mijn reis door het leven!
Bij de laatste bestuursvergadering las ik een stuk voor van Martin Buber uit het boek ’Chassidische vertellingen’ waarin een mooie opdracht staat. Hierover gaat het, naar mijn idee, in het Aanloophuis en in het leven:
Een overijverige leerling was dag en nacht bezig met de bestudering van de heilige geschriften en de betekenis van hun woorden, letters en getallen. Op zekere dag komt hij bij zijn rabbi om hem om advies te vragen hoe hij verder kan.
De rabbi ziet hem aan en zegt: ‘Ik heb je alles geleerd wat ik weet, ik kan je nu alleen nog doorverwijzen naar mijn leermeester, de grootste die ik ken. Hij heeft een herberg in een dorpje op een dagreis hiervandaan. Ga naar hem toe en vraag hem om advies.’
Als de leerling aankomt in de herberg, besluit hij om, voordat hij zich bekend gaat maken, de herbergier te observeren. Hij is benieuwd wat deze rabbi allemaal doet om God te vinden en waarom hij zo’n grote rabbi is.
Zo gaan er dagen voorbij, maar hij ziet de goede man helemaal niets speciaals doen. De gehele dag is hij bezig met het werk in de herberg, het ontvangen van de gasten, het koken van maaltijden, het doen van de afwas. Hij studeert niet in de Thora, doet geen speciale gebeden of meditaties en heeft ook geen leerlingen om zich heen.
Na vijf dagen besluit de leerling terug te keren naar zijn rabbi; hij zal wel een vergissing hebben begaan.
Hij vertelt het hele verhaal aan hem en eindigt met: ‘Hij was enkel bezig met het dagelijks werk.’
Daarop zegt de rabbi: ‘Juist. Dat is waar het over gaat. Dat is wat hem tot zo’n grote rabbi maakt.’
Als laatste zou ik een bekende Ierse zegenbede aan iedereen willen meegeven.
Nogmaals dank, dank voor alles!
Titia de Boer
titia.lwd@gmail.com
